Oranjerieën in Nederland

Studie over de geschiedenis, de ontwikkeling en het behoud van oranjerieën en haar cultuur

Oran·je·rie • de (v) • oran­je­rieën of oran­je­ries
Een gebouw waar men in de winter de kuipplanten bewaart, die ’s zomers buiten staan. Een oranjerie werd veelal gebouwd om te kunnen pronken met dure en exotische bomen. Vanwege het klimaat is het in Noord-Europa niet mogelijk tropische of subtropische planten en bomen buitenshuis te houden. Afgeleid van het Franse oranger (sinaasappelboom).

In 1991 verscheen het standaardwerk Oranjerieën in Nederland van Erik Geytenbeek. Het bestaat uit drie delen: een algemene inleiding over de oranjerie, een inventarisatie en een beschrijving van oranjerieplanten. Na 30 jaar is het boek nog steeds het standaardwerk over oranjerieën in Nederland, maar de onderzoekgegevens zijn inmiddels door de tijd ingehaald. Meerdere oranjerieën zijn gerestaureerd, zoals bijvoorbeeld op de landgoederen Oranjestein, Nijenhuis, Berbice, Hydepark en Nijenrode. Nieuwe oranjerieën zijn gebouwd, zoals op de buitenplaatsen Akerendam en de Leemcule en verdwenen exemplaren zijn gereconstrueerd, zoals bij Huis Landfort. De bestaande inventarisatie valt uit te breiden met een aantal na 1991 ‘ontdekte’ oranjerieën, zoals op landgoederen Reuversweerd (Brummen) en Eyckenstein (Maartensdijk). Een eerste globale inventarisatie op basis van het actuele rijksmonumentenregister doet vermoeden dat het in 1991 beschreven aantal van 89 oranjerieën tot circa 170 valt uit te breiden. Nieuwe plantencollecties zijn begonnen en oude verzamelingen zijn na 1991 verder aangevuld. Bovendien zijn tijdens de zomermaanden op veel buitenplaatsen en landgoederen talrijke kuipplanten weer te bewonderen. Met name Paleis Het Loo besteedt de laatste jaren veel aandacht aan de tuinen en haar bijzondere kuipplantencollectie.

Veel (oude) oranjerieën sieren nog steeds de tuin, maar hun functie is de afgelopen decennia vaak veranderd; van winterse bewaarplaats voor de planten tot restaurant of voor andere commerciële doeleinden, zoals bijvoorbeeld voor trouwerijen of woonhuis. Met het veranderde gebruik en onwetendheid dreigen bij herbestemmingen en restauraties authentieke materialen en onderdelen te verdwijnen. Met het veranderde gebruik dreigt ook de immateriële oranjeriecultuur en de kennis over het verzorgen van planten te verdwijnen. Anderzijds is door bouwhistorisch onderzoek de afgelopen 30 jaar veel nieuwe kennis opgedaan. Het is van groot belang deze kennis vast te leggen. Herbestemming van een oranjerie betekent meestal ook het einde van een collectie die vaak over een lange periode is opgebouwd en liefdevol is verzorgd. Dit raakt niet alleen de grote botanische waarde, maar ook het beeld van de buitenplaats, waar de aankleding van de tuin- en parkaanleg met oranjerieplanten in kuipen langs paden en op de gazons een wezenlijk onderdeel van de buitenplaatsencultuur vormen.

Het doel van dit project is het uitgeven van een digitale publicatie van Oranjerieën in Nederland die de kennis over de historie, de ontwikkelingsgeschiedenis, het gebruik, het onderhoud en de restauratie van oranjerieën toegankelijk maakt voor een breed publiek, van de geïnteresseerde leek tot de restauratie-architect. Met de publicatie wordt dit bedreigde erfgoed bestendigd; het (digitale) gratis toegankelijke boek stimuleert, inspireert en biedt handvatten aan eigenaren en betrokken instellingen voor kwaliteitsverbetering, restauratie, beheer en onderhoud van bestaande en nieuwe oranjerieën. Het ontsluit kennis voor een groot publiek waarmee het bewustzijn voor het belang van behoud en ontwikkeling wordt vergroot. De rol van dit erfgoed als plek voor maatschappelijk engagement (als plek voor vrijwilligers en publiek, voor de uitwisseling en toepassing van ideeën over duurzaamheid, als cultuurhistorisch belangrijke locatie, et cetera) krijgt zo een impuls.

De uitgave wordt gesteund door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Hendrick de Keyser, Stichting Nationale Plantencollectie, Gilde van Tuinbazen, Cascade, Nederlandse Tuinenstichting, Vereniging Particuliere Historische Buitenplaatsen, Nationaal Centrum Erfgoedopleidingen, Nederlandser Vereniging van botanische tuinen, Stichting Kastelen (historische) Buitenplaatsen en Landgoederen, et cetera. Het Comité van Aanbeveling is samengesteld uit Isja Finaly (Directeur beheer bij Vereniging Hendrick de Keyser), Koen Ottenheym (Hoogleraar Architectuurgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht), Hanneke Ronnes (Bijzonder hoogleraar Historische buitenplaatsen en landgoederen aan de Rijksuniversiteit Groningen) en Willem Zieleman (Adviseur Tuinen op Paleis Het Loo).

  • Voor meer informatie kan contact worden opgenomen met Stichting In Arcadië,
    contactpersoon Merel Haverman: t. 033 4480035 ; e. oranjerie@stichtinginarcadie.nl


In het midden Oranjerieën in Nederland (1991) van E. Geytenbeek, links De teelt van leifruitbomen (2021) heruitgegeven door Stichting In Arcadië en rechts Kassen in Nederland 1650-1950 (2019) uitgegeven door Stichting In Arcadië.

Leiden, interieur oranjerie, uit: J. Commelin, Nederlandtze Hesperides, Amsterdam 1676. Bibliotheek WUR, Speciale Collecties repro R350B02_02_fol.39.

Oranjeriekas op landgoed Stania State in Oenkerk/ Oentsjerk. Eén van de voorlopige onderzoeksresultaten is dat in het noorden van Nederland meer dan gemiddeld oranjerieën aanwezig zijn van het type oranjeriekas, een combinatie van een oranjerie en een kas.